Aangezichtsverlamming/Facialisparese
Aangezichtsverlamming
Facialisparese ofwel vertaald naar aangezichtsverlamming kan na een CVA ook voorkomen en kan tot meer problemen leiden dan je op het eerste gezicht zou denken (op het eerste gezicht, een toevallige woordspeling) Zelf heb ik dit probleem sinds mijn laatste infarct in 2018. En ook dit verschijnsel wordt zwaar onderschat.
De nervus facialis of aangezichtszenuw
Beide kanten van uw gezicht hebben een nervus facialis ofwel aangezichtszenuw. Deze zenuw zorgt voor de gelaatsexpressie van het aangezicht (mimiek). Ook het sluiten van je ogen en mond wordt geregeld door deze zenuw.
De aangezichtszenuw komt uit de hersenen en loopt door een nauw, benig kanaal (tunnel) in de schedel om tenslotte tevoorschijn te komen in de oorspeekselklier, die voor het oor ligt. In deze speekselklier splitst de zenuw zich in verschillende takken naar de spieren van het gezicht. Een kleine aftakking van deze zenuw loopt naar de tong en zorgt voor de smaak.
De aangezichtszenuw is vergeleken met andere zenuwen kwetsbaar. Waarschijnlijk komt dit vanwege het nauwe en lange benige kanaal waardoor de zenuw verloopt. Wanneer om welke reden dan ook de zenuw binnen de schedel beschadigd wordt, gaat de zenuw minder goed functioneren. De aangedane zijde van uw aangezicht beweegt niet goed meer mee. Dan heb je een verlamming aan deze zijde. Wanneer de aangezichtszenuw (vrijwel altijd aan één zijde) slecht functioneert, valt de functie van de spieren in die gezichtshelft uit. Dit noemt men een facialisverlamming.
Het gevolg is een scheef gezicht. De mondhoek hangt lager, de plooi tussen neus en mondhoek verdwijnt en het oog is wijder dan aan de gezonde zijde. Het is onmogelijk het oog te sluiten en bij pogingen daartoe ziet men het oogwit verschijnen. Dit wordt veroorzaakt door het omhoog draaien van de oogbol. Een gewoon verschijnsel dat normaal niet wordt gezien, omdat het ooglid er overheen schuift. De wang is slap en doordat de mond deels omlaag hangt, is praten en slikken moeilijk. Soms loopt speeksel uit de mond.
Een verlamming kan volledig of onvolledig zijn. Bij een onvolledige verlamming zijn de aangezichtsspieren in beperkte mate beweeglijk. Een onvolledige verlamming kan zich binnen enkele dagen toch nog ontwikkelen tot een volledige verlamming.
Overigens kunnen soms ook (oor)pijnsensaties ontstaan.
Oorzaken van een facialisverlamming kunnen onder andere zijn:
- oorontsteking;
- schedelletsel zoals CVAof letsel na operatie,
- een tumor die op de zenuw drukt. Hierbij treedt de verlamming dikwijls zeer geleidelijk op;
- de zogenaamde tekenbeetziekte (ziekte van Lyme).
- het gordelroosvirus. Deze verlamming is vaak pijnlijk en gaat soms gepaard met gehoorverlies en evenwichtsstoornissen;
- Deze vorm noemt men de verlamming van Bell
In ca. 50% van de gevallen spreken we van de verlamming van Bell.
De verlamming van Bell, kan in het algemeen als een milde aandoening worden gezien.
Prognose van de aangezichtsverlamming
De verlamming van Bell geneest vaak zonder behandeling binnen 6 tot 8 weken spontaan en volledig. De leeftijd speelt hierbij echter een grote rol: Een onvolledige verlamming geneest meestal vanzelf zonder problemen.
Duurt de genezing langer dan een jaar, dan zal volledig herstel waarschijnlijk niet optreden. Hierop is de kans ook groter als bij een volledige verlamming door zenuwverval de nervus facialis beschadigd wordt.
Restverschijnselen
Na een aangezichtsverlamming met zenuwverval kunnen hinderlijke verschijnselen blijven bestaan. Door een verminderde spierkracht kunnen oog en mond onvolledig worden gesloten. De aangedane zijde kan abnormaal meebewegen bij spreken, eten en fluiten. Verder kan de aangedane zijde strak aanvoelen en het oog tijdens het eten tranen (“krokodillentranen”).
Het herstel zal een jaar na het begin van de verlamming niet verder doorzetten.
Na verloop van jaren kan de verlamming minder zichtbaar worden, omdat de huid ouder wordt en uitzakt. Het eindresultaat is vaak acceptabel.
Behandeling
Rust
Bij de verlamming van Bell zal het spontaan herstel worden afgewacht zolang de functie niet of niet helemaal uitvalt. Absolute rust lijkt niet noodzakelijk, maar uit oogpunt van de mogelijke oorzaak is het vermijden van teveel inspanning misschien op zijn plaats.
Oogproblemen
Ter voorkoming van oogproblemen wordt geadviseerd tijdens de nachtelijke uren het aangedane oog te behandelen met oogzalf of af te plakken met een horlogeglasverband. Dit voorkomt uitdroging. Zonodig kunnen overdag beschermende oogdruppels worden gebruikt.
Mimetherapie
Bij onvolledig herstel door beschadiging van de zenuw kunnen de hinderlijke restverschijnselen (asymmetrie in het gezicht, verminderde functie en abnormaal meebewegen) zoveel mogelijk onderdrukt worden door specifieke oefentherapie (“mimetherapie”). Deze behandeling beoogt een betere controle te krijgen over de gestoorde gelaatsexpressie. Door oefenen wordt een bewust verband gelegd tussen lichaamstaal, emoties en gelaatsuitdrukking. De oefeningen zijn gericht op ontspanning, beheersing van de ademhaling en het leren bewegen van de mimische spieren van gezonde en aangedane zijde samen.
Logopedie
Ook logopedie kan behulpzaam en waardevol zijn. Logopedie kan mime oefeningen geven maar kan ook aandacht geven aan het probleem met eten en drinken. Bij de slikstoornissen zagen we ook al dat logepedie veel kan betekenen. We zagen immers net bij de restverschijnselen dat de mond abnormaal meebeweegt met eten en drinken, waardoor dit via de zijkanten weer uit de mond loopt.
(Mijn Tip: gebruik babydoekjes ivp papieren tissues, is zachter voor je huid plús het reinigt beter)
Psychosociale begeleiding
Psychosociale begeleiding is bij een aantal patiënten noodzakelijk.
Plastische chirurgie
Indien er restverschijnselen overblijven, kan reconstructieve aangezichtschirurgie tot de mogelijkheden behoren. Dit is uiteraard afhankelijk van de wensen van de individuele patiënt en kan variëren van een goudgewichtje in het bovenooglid om ervoor te zorgen dat het oog beter sluit tot reconstructies met behulp van zenuwtransplantatie. Een normale situatie wordt echter met de operatie niet meer bereikt en dit zijn dus tot op zekere hoogte hulpmiddelen.
Tenslotte: nog iets wat wel leuk meegenomen is: Aan de zijde van je verlamming zul je geen rimpels rond je mond krijgen, aangezien die zijde verlamd is. Een reden minder om een plastisch chirurg in te schakelen..
Overigens: De problemen die ik tegen kom probeer ik hier ook te beschrijven.
- Er is bij mij sprake van krachtsverlies in mijn mond. Dit maakt kauwen moeilijk en daardoor is eten regelmatig ook vermoeiend.
- Daarnaast is het opletten dat ik goed eet en niet drank of eten uit mijn mond loopt. Vandaar mijn tip voor het gebruik van babydoekjes.
- In combinatie met de slikstoornissen snapt iedereen wel dat eten veel energie kost voor me.
- Een ander probleem is mijn gebit: ik heb een kunstgebit ,één gewone en één klikgebit. Zo gauw die op maat gemaakt is, past hij even. Letterlijk even: na een week zit hij niet meer fijn. Dan worden praten en eten weer moeilijker. Dit heeft alles te maken met mijn aangezichtsverlamming. De spieren en pezen in mijn mond veranderen continu en daar is helaas niets aan te doen. En het gebit steeds plakken is ook geen oplossing, zelfs de plak blijft niet meer zitten.
- Dit laatste, mijn gebit dus, is het grootste probleem, al dacht ik na het herseninfarct in 2018 dat mijn scheve mond het grootste probleem was. Het scheve gezicht is zeker niet mooi te noemen maar de meeste mensen zeggen dat het wel meevalt. Zelf ben ik het daar niet eens mee, maar er bestaan ergere dingen.
- Tenslotte zou ik mijn smaakproblemen bijna vergeten. Door die aangezichtsverlamming heeft die zenuw die bij de tong vertakt, ervoor gezorgd dat mijn smaak veranderd is. Dingen die ik héérlijk vond, zijn nu niet meer te eten. Andersom ben ik nog niet tegengekomen, moet ik misschien eens gaan proberen. Wie weet wat ik dadelijk ineens wél lust
3 weken vóór het infarct 1 week ná het infarct
Maak jouw eigen website met JouwWeb